Zondag bekijken we eerst de markt in Issigeac. Een toeristische, iets grotere plaatst, zo’n 7 km verderop. De markt blijkt heel gezellig, is ruim opgezet rondom en tussen de vele oude vakwerkhuisjes die echter een bouwkundige keuring in Nederland niet zouden overleven. Sommige straatjes zijn afgezet vanwege instortingsgevaar of kans op vallende dakpannen o.i.d. Er zijn heel veel kraampjes en ook heel veel mensen, waaronder opvallend veel Engelsen én Nederlanders. Het is dus oppassen hier wat je zegt tegen elkaar.
’s Avonds ziet José een huis op de website van Ed en Ineke, waarvoor ik bij een andere makelaar – Valadie-Immobilier – de week daarvoor een afspraak heb proberen te maken. Ik laat Valadie weten dat een afspraak niet meer nodig is want we kunnen het huis maandag middag gaan bekijken met Ed en Ineke. We stellen ons vertrek naar een camping dus nog even uit en blijven nog een nacht extra slapen bij de boerderij, bij het Château.
We worden om half twee opgehaald en rijden naar het huis in Conne-de-Labarde een paar kilometer verderop. We rijden tussen de wijnvelden door een klein gehucht binnen en ineens staan we geparkeerd voor het huis dat we gaan bekijken. Aan de voorkant van het huis staat een enorme lindeboom én een Buxus-struik waarvan Ed later zou zeggen ‘Je kent natuurlijk een buxus als haagje maar zo’n enorme buxus zul je nog nooit hebben gezien’. Dat klopt, deze is wel vijf meter hoog.
Verder stelt de tuin niet zo veel voor maar direct naast het huis staan de wijnranken in rijen naast elkaar, bijna zo ver als je kunt kijken. Achter het huis doet een biologische boer zijn best om iets te kweken, maar de bomen in de boomgaard kunnen wel wat liefde gebruiken, óf wat pesticide. Dat werkt misschien nog beter. Van buiten ziet het huis er wat vervallen uit maar van binnen is het huis mooi opgeknapt én naar ons zin. Het eerste gevoel is goed. Dat komt niet zo heel vaak voor. We plussen en minnen het met ons ‘eerste potentieeltje’. Dit is mogelijk ook een kanshebber, oei.
Na het bezoek rijden we door de buurt. Deze is zoals ik me had voorgesteld. Landerijen met wijnranken en met een wijndomein – Verdots – om de hoek. Het gebied grenst aan Monbazillac, één van de beroemde wijnen uit de Bergerac streek. Het weer past bij het landschap, het is vandaag 34 graden, warm dus. Geen wonder dat hier zulke lekkere wijnen worden gemaakt.
Bij de caravan aangekomen blijkt het zwembad van de Gite schoongemaakt én open. Brutaal stuur ik een mailtje naar Ineke en vraag of we er gebruik van mogen maken. ‘Tuurlijk kun je zwemmen. Veel plezier’ krijgen we een half uurtje later terug. We pakken een handdoek, doen de zwembroek aan en duiken in ‘ons’ privé zwembad van 6m x 12m. Wel een beetje fris maar wat een privilege, HEERLIJK ! Dit willen wij straks ook voor onszelf. Een zwembad is vanaf vandaag een must geworden in onze zoektocht. We laten de caravan ook morgen hier nog even staan.
Ps: Als toekomstig zwembad eigenaar denk ik er goed aan te doen om ’s avonds, na het zwemmen, de cover van het zwembad dicht te doen en meld dit aan Ineke. Ik ontvang een ‘dank je wel’, én een melding dat het opnieuw openmaken van de cover enige aandacht vraagt en dat ze liever niet heeft dat ik dat, zonder Ed’s uitleg, zelf ga doen. De volgende dag is het echter nog steeds bloedheet. Hoe mooi zou het zijn om ’s ochtends een lekkere duik te kunnen nemen. Maar dan moet de cover wel eerst open. We hebben de hele dag echter geen Ed meer gezien. Shit, denk ik bij mezelf, Sukkel !
Toch niet geprobeerd de cover zelf van het zwembad te halen?🙈😂